Commissievergadering Fysiek

De (bij raadsbesluit van 5jul22 nieuw benoemde) voorzitter opent om 19.30 uur, in de raadzaal, de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom.
Hij meldt dat commissielid de heer J. Coolen iets later ter vergadering zal komen.

De commissie stelt de agenda vast conform de door de voorzitter van de commissie d.d. 31aug22 aangeboden voorlopige agenda en met inachtneming van het schriftelijke agenderingsverzoek van wethouder H. Wijers-Van der Linden d.d. 5sep22 luidende ‘Bespreken bijgesteld voorlopig schetsontwerp reconstructie en herinrichting Brigittastraat in Ittervoort’, dat het agendapunt 11A krijgt.

De commissie stelt de besluitenlijst vast conform concept, versie 3, dat wil zeggen met inachtneming van de door een ambtelijk adviseur d.d. 24jun22 resp. de door commissielid de heer P. Francot d.d. 30jun22 schriftelijk voorgestelde wijziging.

Vijf personen maken van het spreekrecht gebruik namelijk:

1. persoon A. Hij spreekt n.a.v. en bij agendapunt 5 ‘Presentatie tussentijdse resultaten van per 1jan22 nieuwe afvalinzamelingsbeleid’. De door hem voorgelezen tekst is te raadplegen bij dit agendapunt + bij agendapunt 5;
2. persoon B. Zij spreekt n.a.v. en bij agendapunt 5 ‘Presentatie tussentijdse resultaten van per 1jan22 nieuwe afvalinzamelingsbeleid’. De door haar voorgelezen tekst is te raadplegen bij dit agendapunt + bij agendapunt 5;
3. persoon C. Hij spreekt n.a.v. en bij agendapunt 8 ‘Bespreken zienswijzen over ontwerpbestemmingsplan RvR-kavels Noorderbaan te Heythuysen’. Indien en zodra hij de door hem voorgelezen tekst aan de raadsgriffie aanlevert zal deze zijn te raadplegen bij dit agendapunt + bij agendapunt 8;
4. persoon D. Hij spreekt n.a.v. en bij agendapunt 8 ‘Bespreken zienswijzen over ontwerpbestemmingsplan RvR-kavels Noorderbaan te Heythuysen’. De door hem voorgelezen tekst is te raadplegen bij dit agendapunt + bij agendapunt 8;
5. persoon E. Hij spreekt n.a.v. en bij agendapunt 10 ‘Bespreken effecten emissies omgevingsvergunning opwaarderen biogas Holmel BV te Heythuysen’. De door hem voorgelezen tekst is te raadplegen bij dit agendapunt + bij agendapunt 10.

Zie ook agendapunt 4, sub 1 + 2, voor de insprekers.

Portefeuillehouder wethouder H. Wijers-Van der Linden zegt dat er sinds de inwerkingtreding per 1jan22 van het bij raadsbesluit van 20apr21 nieuw vastgestelde afvalstoffenbeleid een aantal dingen is gebeurd dat nu aanleiding is tot het presenteren van de tussentijdse resultaten. Er gaan veel dingen goed maar er zijn ook dingen die voor betering vatbaar zijn, daarop wordt in de presentatie ingegaan.
Ambtelijk adviseur mevrouw F. Somsen stelt zich voor als de nieuwe afvalcoach van de gemeente.
De heer O. Stofberg (strategisch adviseur afvalmanagement & circulariteit Reinigingsdienst Maasland) geeft aan de hand van een powerpointpresentatie een toelichting. Die presentatie is te raadplegen bij de vergaderstukken van dit agendapunt.
Op vragen van de commissieleden geeft wethouder H. Wijers-Van der Linden, met ondersteuning van mevrouw F. Somsen + de heer O. Stofberg, op hoofdlijnen de volgende reactie:
- in de afgelopen maand heeft de gemeente enkele gesprekken gehad met RD Maasland over
  binnengekomen suggesties en klachten, met name over de inzameling van plastic / metaal /
  drankkartons (pmd) en rommel bij dorpsmilieuparkjes. Pasklare oplossingen zijn nog niet
  voorhanden;
- op dit moment kan de gemeente Leudal luiers niet apart ter verwerking aanbieden aan een
  verwerker. Er is in Nijmegen een bedrijf (ARN BV) dat luiers verwerkt maar dat bedrijf heeft
  nu geen voldoende verwerkingscapaciteit om ook luiers uit de gemeente Leudal te
  verwerken. RD Maasland heeft zich bij dat bedrijf wel al aangemeld om, zodra er voldoende
  verwerkingscapaciteit komt, te spreken over de mogelijkheden van verwerking van luiers;
- voor het aanbieden van incontinentiemateriaal bestaat – althans met een medische
  verklaring – de mogelijkheid een vergoeding van € 120 per jaar te verkrijgen;
- de communicatie in enkele vreemde talen bij de dorpsmilieuparkjes zal moeten worden
  bezien;
- een toezicht op de dorpsmilieuparkjes d.m.v. camera’s is geen optie gebleken door de
  regelgeving inzake privacy;
- het probleem van de rommel bij dorpsmilieuparkjes wordt intussen met RD Maasland
  besproken maar er ligt nog geen oplossing; ook organisatorisch wordt besproken ‘wie
  (gemeente / RD Maasland) is waarvoor verantwoordelijk’ (denk daarbij ook aan voorlichting).
  Dagelijks rijden al wel drie medewerkers van de buitendienst van de gemeente rond om de
  eventuele rommel weg te halen;
- de tariefstelling is een punt van nadere bespreking bij de evaluatie in maart 2023;
- de vraag of er voldoende milieustraten zijn (Roggel + Maasbracht, alsmede gft-straat
   Baexem) en of die op de goede locatie liggen zal worden meegenomen in de evaluatie;
- de specifieke problematiek van de appartementencomplexen wordt bezien. De afvalcoach
   heeft al tips gegeven aan de bewoners van die complexen;
- per 2024 zullen er voor alle Limburgse gemeenten nieuwe verwerkingscontracten komen
  voor gft- en restafval. De tarieven voor die verwerking zullen ongetwijfeld wijzigen. Het is
  daardoor niet zinvol daarop vooruitlopend flinke investeringen te doen of inzamelsystemen te
  wijzigen (denk aan pmd aan huis ophalen of om te kiezen voor na-scheiding in plaats van het
  huidige gescheiden aanbieden);
- het eventueel opnieuw wijzigen van het inzamelingsbeleid heeft gevolgen voor het rijdend
  materieel. Als er nieuwe vrachtwagens moeten komen weet dan dat de levertijd misschien
  wel 1,5 jaar is. En, bedenk ook dat sommige nieuwe inzamelsystemen de inzet van meer
  personeel vereisen waaraan nu al een tekort is;
- de gegevens van andere gemeenten zijn bij RD Maasland beschikbaar;
- het creëren van meer milieustraten betekent de inzet van meer medewerkers;
- kosten, inzet en service bepalen het uiteindelijke tarief;
- RD Maasland mag op de milieustraat geen bruikbare spullen halen uit de grofvuilcontainer.
  Als een burger dit als grof huishoudelijk afval aanbiedt, dan is dat zijn of haar keuze.
De voorzitter stelt voor dat de wethouder de vraag van de heer P. Francot hoe vaak op welke plek de containers van de dorpsmilieuparkjes worden geleegd + de vraag van de heer
H. Sleven of de milieustraten in Roggel en Maasbracht ook op maandagen kunnen worden opengesteld, schriftelijk beantwoordt.

Mevrouw L. Ponsen (senior projectleider) geeft aan de hand van een powerpointpresentatie een toelichting. Die presentatie is te raadplegen bij de vergaderstukken van dit agendapunt.
Portefeuillehouder wethouder R. Martens zegt dat de bij Zevenellen betrokken partijen, waaronder dus de gemeente, zijn benaderd door het tv-onderzoeksprogramma Zembla met de vraag of medewerking kan worden verleend aan een tv-uitzending op 6okt22. De gemeente verleent alle medewerking maar hij heeft geen behoefte om daarbij in beeld te komen.
Op vragen van de commissieleden geeft mevrouw Ponsen op hoofdlijnen de volgende reactie:
- maanden geleden zijn de Stichting Natuur en Milieufederatie Limburg te Roermond + de
  Stichting Studiegroep Leudal e.o. uit de klankbordgroep gestapt. Volgende week heeft de
  gemeente een gesprek met de milieufederatie. De klankbordgroep functioneert, zonder die
  twee partijen, nog steeds;
- er zijn geen nieuwe ontwikkelingen inzake RWE. Er ligt bij de provincie geen aanvraag om
  een omgevingsvergunning. Er ligt inmiddels een second-opinion van het bureau
  Witteveen en Bos over de quickscan. Het college van Leudal is daarvan nog niet op de hoogte
  gebracht.
- voor de gemeente is het bestemmingsplan het toetsingskader;
- in principe zijn alle kavels nu (bijvoorbeeld als optie) vergeven;
- in een eerdere commissievergadering is al eens gesproken over het nut van zogenoemde
  elektronische neuzen die langs wegen of op strategische plekken van het bedrijventerrein
  zouden kunnen worden geplaatst om zaken zoals geluid, geur of stof te registreren. Een
  externe deskundige heeft later via de beantwoording van een raadsvraag laten weten dat een
  dergelijk systeem alsook het houden van een 0-meting niet zinvol is. In vergunningen van
  bedrijven zit overigens opgenomen dat bij hen metingen worden gedaan, die metingen zijn
  wel zinvol. Ze zegt toe dat er een schriftelijk antwoord zal worden gegeven op de vraag van
  de heer B. Grabert of er resultaten bekend zijn van lucht- en geluidmetingen;
De voorzitter zegt dat in een volgende commissievergadering (29nov22) opnieuw de ontwikkelingen zullen worden gemeld waarbij misschien de nu nog niet beantwoorde vragen aan de orde kunnen komen.

Op vragen van commissieleden antwoordt portefeuillehouder wethouder M. Graef op hoofdlijnen als volgt:
- met de in het raadsvoorstel in paragraaf 1.2 ‘Samenhang andere instrumenten’ genoemde
   lijst met verplichte participatie wordt gedoeld op de in paragraaf 1.3 ‘Uitgangspunten voor
   ons Participatiebeleid Omgevingswet gemeente Leudal’ opgenomen opsomming dat het
   college de initiatiefnemer verplicht om een omgevingsdialoog te voeren in de volgende
   gevallen:
   1. bestemmingsplan / wijzigingsplan / uitwerkingsplan;
   2. omgevingsvergunning strijdig gebruik binnenplans;
   3. omgevingsvergunning strijdig gebruik buitenplans (incl. kruimelgeval en project-
       afwijkingsbesluit);
- door de Omgevingswet komt de verantwoordelijkheid om met de buurtbewoners te
  communiceren over een voorgenomen aanvraag om omgevingsvergunning (het voeren van
  een omgevingsdialoog) te liggen bij de initiatiefnemer;
- die dialoog is vormvrij, de gemeente kan daaraan geen eisen stellen. Wat de gemeente wel
  doet is voorbeelden van zo’n dialoog aanreiken via de gemeentelijke webstek. In de
  vergunningsaanvraag bekijkt de gemeente wat de omgevingsdialoog heeft opgeleverd;
- als uit een omgevingsdialoog blijkt dat er in de omgeving geen draagvlak bestaat betekent
  dat niet zonder meer dat de gemeente de aanvraag gaat weigeren. De gemeente beziet dan
  bijvoorbeeld waarom er kennelijk geen draagvlak is en wat de initiatiefnemer daarmee
  heeft gedaan;
- soms vindt de gemeente dat al bij een principeaanvraag een omgevingsdialoog moet zijn
  gevoerd;
- de komende tijd zal de gemeente goed moeten uitleggen wat de verschillen zijn tussen het
  beoordelen van kansrijkheid van een aanvraag, een principeaanvraag en een formele
  aanvraag.
De commissie geeft de gemeenteraad in overweging om in de raadsvergadering van 27sep22 het raadsvoorstel te bespreken.

Op vragen van commissieleden antwoordt portefeuillehouder wethouder M. Graef op hoofdlijnen als volgt:
- wij kiezen hier niet zelf voor, de Omgevingswet verplicht het de gemeenten;
- het voorstel van het college is conserverend van aard, m.a.w. het huidige beleid wordt
  voortgezet;
- in veel gevallen zal de gemeente verplicht zijn om binnen 8 weken een aanvraag te hebben
  afgehandeld. Dat is op zich al een hele toer, als het college tussentijds naar de raad moet
  dan is dat praktisch onmogelijk, zeker rondom recesperiodes. Dan wordt het bij benadering
  26 weken, gelet op de bestaande vergadercyclus;
- hij vraagt de fracties nadrukkelijk om, mochten zij overwegen om in de raadsvergadering
  waarin dit raadsvoorstel aan de orde komt het voorstel te amenderen, dat amendement
  tijdig tevoren ambtelijk te laten toetsen op z’n gevolgen gelet op de bepalingen van de
  Omgevingswet;
- waar in het raadsvoorstel in de paragraaf ‘Voorstel categorieën’ wordt voorgesteld het
  bindend adviesrecht voor te stellen in onder andere het geval van realisatie van of
  functiewijziging naar (bedrijfs)woningen bij meer dan elf woningen, is geen sprake van een
  schrijffout, daar worden inderdaad 11 woningen bedoeld. De reden om dat aantal generiek zo
  te bepalen is dat de gemeente jaarlijks de versnellingsagenda gaat vaststellen waarin keuzes
  worden gemaakt om snel, genoeg en passende woningen te realiseren en dan zou het
  onwerkbaar worden om bij aanvragen voor de bouw van één of enkele woningen telkens
  eerst de gemeenteraad te moeten raadplegen. Bij een aanvraag om 11 of meer woningen zal
  het college aan de raad een (op de versnellingsagenda) aanvullende motivering voorleggen;
- de Omgevingswet vraagt de gemeente om een transitie te ondergaan, als de gemeente zou
  blijven vasthouden aan datgene wat het meeste comfort geeft dan wordt niet aan één van de
  uitgangspunten van de Omgevingswet voldaan;
- het systeem waarop we met zienswijzen werken in een formeel aanvraagtraject is niet
  mogelijk. De gemeente is in zo’n geval er eerder al door de rechter op teruggefloten;
- met ‘beleid’ wordt bedoeld het ruimtelijke beleid zoals dat in het raadsvoorstel in de diverse
  sub-nummers is genoemd (beleid wonen, arbeidsmigranten, huisvesting internationale
  werknemers, recreatie en toerisme etc.).
De commissie geeft de gemeenteraad in overweging om in de raadsvergadering van 27sep22 het raadsvoorstel te bespreken.

Zie ook agendapunt 4, sub 3 + 4, voor de insprekers
Op vragen van commissieleden antwoordt portefeuillehouder wethouder M. Graef op hoofdlijnen als volgt:
- de zienswijzen worden serieus genomen, dat ziet u al aan het feit dat het college niet al in de
  raadsvergadering van 27sep22 een voorstel omtrent vaststelling van het bestemmingsplan
  gaat voorleggen;
- de zienswijzen gaan leiden tot aanpassingen t.o.v. het ontwerpbestemmingsplan;
- met zienswijzer en inspreker persoon D is al wel enkele keren contact geweest maar
  formeel heeft hij nog niets van het college vernomen. Dat kan namelijk ook nog niet omdat
  er een aanvraag ligt en pas bij het raadsvoorstel een nota van zienswijzen kan worden
  overgelegd waarin wordt gemeld wat het college met de zienswijze heeft gedaan. Zodra de
  raad het bestemmingsplan heeft vastgesteld is die nota van zienswijzen geaccordeerd en kan persoon D formeel worden bericht dat de desbetreffende kavel niet tot het plangebied
  behoort;
- dát heeft op zich weer gevolgen voor de spuitzones voor de aanpalende agrarische percelen
  en dus zal het aantal te bouwen woningen wellicht moeten worden aangepast;
- hij acht het aannemelijk dat het bestemmingsplan de verkeersafwikkeling niet zal
  verslechteren. Dat wil niet zeggen dat de beleving van veiligheid daardoor niet anders wordt.
  Hij zal samen met de wethouder verkeer, mevrouw H. Wijers-van der Linden, ingaan op de
  uitnodiging om die verkeerssituatie ter plaatse te bekijken en te bespreken;
- het is juist dat dit bestemmingsplan eerst in Ittervoort gerealiseerd had moeten worden. Dat
  dat nu in Heythuysen wordt gedaan heeft niet alleen te maken met protesten in Ittervoort
  maar ook met toenmalige woningbehoeften;
- de stedenbouwkundige toets (esthetiek) wordt pas gepleegd zodra op basis van het
  bestemmingsplan een bouwaanvraag wordt ingediend;
- er zijn door burgers opties genomen op te bouwen woningen maar makelaars en ruimte-
  voor-ruimte mensen zullen ongetwijfeld die optienemers hebben gewezen op risico’s van
  vertragingen in de bestemmingsplanprocedure;
- er is een verschil tussen ‘bestemmingen’ en ‘functieduidingen’;
- de gemeente verkoopt grond aan ‘ruimte-voor-ruimte’ en later koopt de gemeente het
  openbare gebied, onder het stellen van bepaalde eisen (verlichting, groen, stoepen), terug;
- de toegang tot het perceel van persoon D wordt op dit moment geregeld via een
  bruggetje over de Bevelandse beek vanuit het Roligt, dat bruggetje blijft (op
  gemeentegrond). Het pad dat er nu ligt zal niet worden gewijzigd; er zal een tweede pad
  worden aangelegd dat vanuit de Guillaume Derksstraat, waar de woningen worden
  gerealiseerd, naar het noorden loopt om aan te sluiten op het reeds bestaande bruggetje;
- hij denkt niet dat er kosten gaan worden vergoed voor door zienswijzers gemaakte kosten.

Op verzoek van commissielid M. Wagemans reageren de overige fracties, en wel eensgezind, namelijk dat er nu sprake is van een onevenwichtig kader.
Portefeuillehouder wethouder M. Graef zegt voorts nog:
- onder afwijken of maatwerk moet wel beleid zitten;
- in het geval van omzetten van agrarisch naar wonen is dat beleid er. Er is een maximum aan
  bebouwing. We willen af van verstening in het buitengebied. Verloedering moet worden
  tegengegaan;
- een agrarisch bedrijf omvormen naar een caravanstalling kan wellicht, dan komt er een
  bedrijfsfunctie met een bedrijfswoning. Opslag hoort thuis op een bedrijventerrein waardoor
  dat in het buitengebied maar in beperkte mate zal worden toegestaan;
- het is aan de raad om desgewenst de bestemmingsplanregels aan te passen maar laten we
  ophouden met nu overal van alles toe te staan. We zitten dan onszelf in de weg. We moeten
  keuzes maken: of wonen, of een bedrijf of agrarisch. Tussenvormen kunnen helpen om
  ongewenste bebouwing en leegstand tegen te gaan maar als we daarin doorschieten gaan die
  functies door elkaar lopen en komen we geen meter meer vooruit.

Zie ook agendapunt 4, sub 5, voor de inspreker
Naar aanleiding van een vraag van commissielid H. Sleven over het mediationtraject antwoordt inspreker. Maar op verzoek van wethouder R. Martens wordt inspreker, door de voorzitter, het woord ontnomen omdat op de beraadslagingen van het mediationtraject geheimhouding rust.
Op vragen van commissieleden antwoordt portefeuillehouder wethouder M. Graef, met ondersteuning van ambtelijk adviseur mevrouw N. Gerards, op hoofdlijnen als volgt:
- het is juist dat hier sprake is van covergisting: mest met andere plantaardige of organische
  materialen. Die vergisting werd gebruikt om warmte en elektriciteit te genereren en briketten
  te maken. Met de nieuwe aanvraag vervalt dat grotendeels. Er wordt een ander procedé
  gevolgd. Emissies en geluid wijzigen daardoor;
- Holmel BV heeft inmiddels het beroep ingetrokken tegen het besluit dat het college had
  genomen om een vergunning af te wijzen, omdat ze haar procedé wil wijzigen. De teruggang
  in emissie volgt uit het te verminderen gebruik;
- in eerste instantie had het college gezegd het argument van de tijdelijkheid niet juist te
  vinden. Daar heeft de commissie bezwaarschriften anders over gedacht en geadviseerd.
- bij het opwaarderen van biogas naar groengas (= aardgas) gaat het om zuiveren en onder
  druk zetten, er vindt geen verbranding plaats;
- inspreker had het over de processen rondom de buizenwarmtewisselaar, dat heeft echter
  niks van doen met de aanvraag inzake groengas. Het proces van de buizenwarmtewisselaar
  is nu onder de rechter, daardoor kan daarop nu niet verder worden ingegaan. In het bij de
  commissiestukken zittende antwoord van 1sep22 op de agenderingsvraag van de heer
  Wagemans is het proces over groengas toegelicht;
- de Veiligheidsregio Limburg-Noord vindt de wijziging in processen acceptabel en daardoor
  vond het college dat de vergunning kon worden verleend. De input van de installatie is niet
  gewijzigd. Datgene wat er in 2007 is vergund op het gebied van mest, cosubstraat en
  tonnage, daar is geen wijziging in gekomen. Via diverse toezichts- en handhavingscontroles,
  ook via accountantsverklaringen, is geconstateerd dat binnen de voorschriften van 2007
  wordt gebleven;
- een melding is iets wat volgt uit de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit. Dat staat los
  van het bestemmingsplan. Het kan wel zo zijn dat een melding iets inhoudt dat
  bestemmingsplanmatig niet is toegestaan. Dan komen we in een situatie, zoals in 2014-2015
  hebben gehad, dat de melding moet worden geaccepteerd maar dat het planologisch niet kan
  worden toegestaan. Dat is nu echter niet aan de orde.

De voorzitter zegt dat hij commissielid de heer M. Bongers bereid heeft gevonden om zich te nomineren voor benoeming als plaatsvervangend commissievoorzitter.
De heer Bongers zegt dat hij er geen bezwaar tegen heeft indien een ander commissielid dezelfde ambitie heeft, dan ziet hij af van zijn nominatie. Maar dat blijkt niet het geval.
De commissie besluit bij acclamatie om de heer Bongers als plaatsvervangend commissievoorzitter te benoemen.

Portefeuillehouder wethouder H. Wijers-Van der Linden licht, tezamen met ambtelijk adviseur de heer E. Beumers, de wijzigingen in het voorlopig schetsontwerp toe. Daarna beantwoorden zij de vragen van de commissieleden op hoofdlijnen als volgt:
- inderdaad staat in het coalitieakkoord als actiepunt ‘Nabij scholen en winkelgebieden worden
  30km zones het uitgangspunt’, maar verkeerskundig gezien is het niet best als een heel kort
  weggedeelte een dergelijke zone heeft en de rest een ander snelheidsregime. Dan kan beter
  over de gehele Brigittastraat die 30 km/u-zone worden ingesteld, dan houden de
  verkeersdeelnemers zich daar beter aan;
- het is niet verplicht om ter hoogte van de Anemoonstraat een verkeersplateau te maken,
  daar kan nader naar worden gekeken;
- de paaltjes in het midden van de bocht met de Margarethastraat worden weggehaald;
- bij de oversteek ter hoogte van de Bosserstraat is er juist voor gekozen om de aansluiting te
  maken met het fietspad zodat al het fietsverkeer op één locatie oversteekt;
- de nieuwe wegcategorie GOW-30 (gebiedsontsluitingswegen met een maximumsnelheid van
  30 km/h) is nog niet vastgesteld. Er is wel een basale richtlijn waar gebruik van wordt
  gemaakt;
- er is niet gekozen voor een elementenverharding omdat er ook zwaar verkeer, zoals bussen
  en vrachtauto’s, over de Brigittastraat pleegt te rijden;
- verkeersbesluiten worden altijd met de politie doorgenomen en daarbij komt ook het
  handhavingsaspect ter sprake;
- de verkeersintensiteiten zijn zodanig laag dat een tunnel of ongelijkvloerse kruising niet aan
  de orde zijn.

Lijst wethouder Graef
• Presentatie over Platteland in ontwikkeling Weerterland
Toezegging luidt:
Coördinator Pio Weerterland J. Corsten zegt namens wethouder M. Graef dat hij een overzicht van de 32 gerealiseerde projecten, met duiding van de oppervlakten en de bijbehorende bedragen, aan de commissie zal doen toekomen.
Afhandeling:
Bij e-mail van de griffier van 6jul22 hebben de commissieleden van coördinator PIO Weerterland afhandelingsinformatie van 4jul22 ontvangen.
De toezegging is daarmee afgehandeld.
• Bespreken raadsvoorstel ‘Vaststellen Structuurvisie Wonen Midden-Limburg 2022 tot en met 2025’
Toezegging luidt:
Wethouder Graef zegt toe te zullen nagaan:
- wat de woningbouwcijfers van 15 jaar geleden waren;
- wat de specifieke cijfers zijn voor woonwagenbewoners.
Afhandeling:
Bij e-mail van de griffier van 4jul22 hebben de commissieleden van portefeuillehouder wethouder R. Martens afhandelingsinformatie ontvangen.
De toezegging is daarmee afgehandeld.
________________________________________
Lijst wethouder Martens
Er staan geen toezeggingen open.
________________________________________
Lijst wethouder Wijers-Van der Linden
• Voorbereiding staten-vergadering 24jun22 landbouwroute N280
Toezegging luidt:
Op 23jun22 heeft wethouder Wijers een intern ambtelijk overleg ter voorbereiding op de staten-vergadering, zij zal de commissie op de hoogte brengen van de resultaten van dat overleg (o.a. over de eventuele extra kosten).
Afhandeling:
Bij e-mail van de griffier van 5jul22 heeft de commissie afhandelingsinformatie ontvangen.
De toezegging is daarmee afgehandeld.
• Frequentie lediging RD Maasland containers dorpsmilieuparkjes
Toezegging luidt:
Portefeuillehouder wethouder H. Wijers-Van der Linden zegt toe de vraag van raads- en commissielid P. Francot te zullen beantwoorden wat de frequentie is van lediging van de containers van de dorpsmilieuparkjes.
Afhandeling:
Bij e-mails van de griffier van 30jun22 + 4jul22 heeft de heer P. Francot (en de commissie ‘cc’) de reactie van de wethouder toegestuurd gekregen.
• Moment communicatie over te lage inlaathoogte retentiebekken Horn
Toezegging luidt:
Portefeuillehouder wethouder H. Wijers-Van der Linden zegt toe de vraag van commissielid B. Grabert schriftelijk te zullen beantwoorden wanneer het college met de raad en de bewoners heeft gedeeld dat de inlaat van het retentiebekken 80 cm te laag is.
Afhandeling:
Bij e-mail van de griffier van 12jul22 hebben de here Grabert en de overige commissieleden afhandelingsinformatie ontvangen.
N.a.v. een vraag van de heer B. Grabert zegt wethouder Wijers dat zij aanstaande donderdag 15sep22 een overleg heeft met Rijkswaterstaat over o.a. de inlaathoogte van het retentiebekken in Horn. Blijft Rijkswaterstaat bij het jaar 2028 waarin die inlaathoogte pas wordt verhoogd en zo ja wat gaat ze in de tussentijd doen? Na dat overleg krijgen ook de inwoners van Horn te horen wat het resultaat van dat overleg is.
• Bespreken eindverslag raadswerkgroep overstromingen Maas 26 april 2022 + reactie college 24 mei 2022
Toezegging luidt:
Portefeuillehouder wethouder H. Wijers-Van der Linden zegt toe (a) zodra ze het bestuurlijk overleg heeft gehad zij de commissie daarover zal inlichten, (b) te zullen nagaan of er mogelijkheden zijn om burgers te helpen met het claimen van waterschade, (c) te zullen bezien hoe het contact, ná het bestuurlijk overleg met Rijkswaterstaat, met de bewoners in de komende tijd gaat plaatsvinden en (d) de draaiboeken te zullen verspreiden.
Afhandeling:
Bij e-mail van de griffier van 7jul22 hebben de commissieleden een tussenbericht van wethouder Wijers-Van der Linden toegestuurd gekregen.
De toezegging blijft staan.
• Provinciaal onderhoud N273
Toezegging luidt:
Portefeuillehouder wethouder H. Wijers-Van der Linden zegt op vraag van raadslid en waarnemend commissielid J. Raemakers te zullen nagaan of de andere weggedeelten ook nog naan de beurt komen voor provinciaal onderhoud ná die aan de N273 tussen de N279 in Horn en de Terbetenweg in Haelen.
Afhandeling:
Bij e-mail van de griffier van 30jun22 heeft de heer J. Raemakers (en de commissie ‘cc’) de reactie van de wethouder toegestuurd gekregen.
De toezegging is daarmee afgehandeld.

De commissie neemt het stuk voor kennisgeving aan.

De commissie neemt het stuk voor kennisgeving aan.

De commissie neemt de schriftelijke mededeling voor kennisgeving aan.

De commissie neemt de schriftelijke mededeling voor kennisgeving aan.

De commissie neemt de schriftelijke mededeling voor kennisgeving aan.

De commissie besluit om de volgende, reguliere vergadering te houden op dinsdag 18okt22, aanvang 19.30 uur.

Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 23.27 uur.